Valkuilen voor beginnende sprekers
Houd je voor het eerst een presentatie, of heb je nog niet veel vlieguren gemaakt als spreker? Dan loop je kans om beginnersfouten te maken die je boodschap verzwakken en je zelfvertrouwen ondermijnen. We laten die valkuilen tijdens trainingen ook altijd even de revue passeren. Zodra we onze cursisten erop wijzen en uitleggen hoe het anders kan, zorgt dat voor veel oh-ja-momenten. Lees hier wat de 4 meest voorkomende valkuilen voor beginnende sprekers zijn en hoe je ze vermijdt.
Valkuil 1: Te veel informatie willen geven
Een van de grootste fouten die beginnende sprekers maken, is dat ze proberen om te veel informatie in hun presentatie te stoppen. Dit leidt tot een overkill aan details, waardoor de kernboodschap ondersneeuwt. Het brein van je toehoorders kan er niets mee als het overspoeld wordt door een tsunami aan informatie. Het is te vermoeiend en blijft niet hangen.
Probeer niet je autoriteit te bewijzen…
Vaak ligt er aan ten grondslag dat je als beginnend spreker je autoriteit wilt bewijzen. Maar neem van ons aan: dat hoeft niet. Het feit dat je een presentatie geeft, zegt al dat je een autoriteit bent met betrekking tot het onderwerp waarover je gaat vertellen. Zorg er gewoon voor dat je vooraf weet wat je toehoorders van jou willen weten en dat jij begrijpt waar het over gaat. Verdeel het in een intro (dit is de kernboodschap van je verhaal), middenstuk (dit is de uitleg of argumentatie met betrekking tot de kernboodschap) en slot (dit is de conclusie of een korte samenvatting van wat je hebt verteld) en richt je daar op. Zo blijf je to the point en is het voor de luisteraars de moeite waard om te blijven luisteren.
Call to action
Als het relevant is, sluit dan af met een call to action. Met andere woorden: vertel wat je wilt van je toehoorders. Dat kan uiteenlopen van een product of dienst afnemen, met jouw info aan de slag gaan, een website bezoeken, etc.
Valkuil 2: Afhankelijkheid van slides
Het is een van de meest bekende valkuilen voor beginnende sprekers; leunen op slides en voorlezen wat daar op staat. Aanlokkelijk, want slides geven je houvast, maar het is funest voor je presentatie. Je verhaal komt niet tot leven als je iets opleest. Je maakt geen contact met je toehoorders. Je kunt het vergelijken met tegen iemand praten terwijl met je rug naar de ander staat toegekeerd. En zeg nou zelf; dat doe je toch ook niet? Gebruik slides alleen als ze echt iets toevoegen. Bijvoorbeeld als je een presentatie geeft waarbij het noodzakelijk is dat het publiek het onderwerp te zien krijgt. Denk aan het ontwerp van een huis, kledingstuk, kunst, een gebruiksvoorwerp, of de introductie van een nieuw automerk. Gebruik liever geen tekst, of beperk tekst op slides tot het absolute minimum.
Valkuil 3: Geen interactie met het publiek
Je hebt er als beginnend spreker waarschijnlijk geen idee van dat interactie met je publiek meer is dan ‘ik sta hier en praat en zij zitten daar en luisteren’. Het resultaat is dat je voor een groep mensen gaat staan en meteen van wal steekt. Maar interactie is niet iets dat vanzelf tot stand komt. Het is geen monoloog. Als je je publiek er niet bij betrekt, verlies je snel hun aandacht. Dat betekent niet dat je ze letterlijk uit hun stoel of in beweging moet krijgen. Je bewerkstelligt interactie eenvoudig door je toehoorders aan te kijken. Dat doe je op de volgende manier:
Je laat je blik van links naar rechts en weer terug langs je publiek glijden. Je begint daar mee nog voordat je ook maar één woord hebt gesproken. Je vraagt op die manier om stilte en aandacht. En zodra stilte en aandacht een feit is, begin je pas te praten. Blijf rondkijken tijdens je hele presentatie. Op die manier laat je weten: ik spreek tegen jou, jou, en jou en jou,… enz.
Let op: dit werkt averechts!
Kijk nooit tussen mensen door, over de hoofden heen of enkel naar bekenden. Het wordt wel eens als oplossing gesuggereerd, als je mensen aankijken eng vindt, maar het komt je presentatie niet ten goede. Rondkijken is hooguit even wennen, maar zeker niet iets om bang voor te zijn. Sterker, het zorgt juist voor ontspanning als je het lef ontwikkelt om te durven kijken. Probeer het maar eens uit…
Bevorder interactie verder door tijdens je presentatie gebruik te maken van verhalen en voorbeelden die je toehoorders herkennen of aanspreken.
Valkuil 4: Te snel of te monotoon spreken
Nervositeit kan ervoor zorgen dat je als beginnend spreker te snel praat of te monotoon spreekt. Het resultaat is dat je boodschap minder goed overkomt. Wat je nodig hebt is variatie in snelheid, intonatie en volume om je verhaal levendig te houden. Je kunt dit oefenen door hardop sprookjes voor te lezen zoals je dit voor kleine kinderen zou doen, waarbij je sneller spreekt als iets snel gaat, langzaam en zachter gaat spreken als je de spanning wilt laten oplopen, stiltes laat vallen voor nog meer spanning of om iets goed in te laten dalen, enz. Hoe meer je de mogelijkheden van je stem inzet, hoe beter het is.
Zorg er ook voor dat je resoluut overkomt. Dat doe je door zinnen laag of zacht te eindigen. Want eindig je hoog? Dan klinkt dat alsof je niet zeker bent van je zaak.
Hulp nodig om valkuilen voor beginnende sprekers te vermijden?
Herken je je in één van bovenstaande valkuilen voor beginnende sprekers? Dan ben je bij ons aan het juiste adres om je vaardigheden als spreker aan te scherpen. Want goed spreken in het openbaar is een vaardigheid die iedereen kan ontwikkelen. Heb je al meer ervaring? Ook dan helpen we je als spreker graag naar een hoger niveau.
Naar Spreken in het Openbaar
Naar Spreekangst Masterclass
Of bekijk ons volledige trainingsaanbod